Wanneer CNN een half uur zendtijd aan een popartiest besteedt is er iets aan de hand. Niet de reportage over Justin Bieber maar ene Bombino zal vanaf 8 juni een week lang daaglijks herhaald worden. Terwijl DWDD en Radio 3 (‘Altijd de eerste met nieuwe muziek’) zaten te slapen toerde deze gitaar-sensatie afgelopen week langs het clubcircuit. Vrijdag hypnotiseerde hij het Melkweg-publiek met zijn tranceverwekkende Touareg blues. Bombino, alias Omara Moctar (1981) uit Niger, is de meest innovatieve rockgitarist sinds tijden. Zijn desolate improvisaties verenigen het beste van Jimi Hendrix, John Lee Hooker en Dire Straits. Deze Westerse invloeden zoog hij op via You Tube en vermengde die met uitgebeende Sahara-blues. Daarin bepaalt de cadans van kamelen het ritme, de wijdsheid van de woestijn de melodie en het recente verleden de grondtoon. Want Toueregs zijn gemarginaliseerde minderheden. Van oudsher kenden ze geen landsgrenzen, immers trekkend door een gebied dat door Europese mogendheden werd opgedeeld in Algerije, Burkina Faso, Libië, Mali en Niger. Ook de strijd om grondstoffen (uranium in Zuid-Niger) bepaalde het leven van Bombino, hij is dan ook een ‘Rebel with a cause’. Vanuit zo’n attitude werden rock & roll en punk geboren, buiten de Westerse wereld herhaalt zich die geschiedenis. Voor Dan Auerbach van de Amerikaanse Black Keys was dat het aanknopingspunt. Hij haalde Bombino naar Nashville en nam er het album ‘Nomad’ op, distributie door het grote platenlabel Warner deed de rest. Onversneden legde Auerbach het authentieke rock ’n roll-geluid van Bombino en zijn band vast. Even overrompelend speelde Bombino in de Melkweg de sterren van de hemel. Hij is een artiest van weinig woorden met des te meer charisma. Zo groot dat hij ongetwijfeld ook popfestivals aan zijn voeten krijgt, zoals komende zomer op Lowlands en Into the Great Wide Open. Stan Rijven
gepubliceerd in Dagblad Trouw april 2013