Carel Kraayenhof

Carel Kraayenhof,
de Piazzolla van de Lage Landen
of: in de ban van de bandoneon
door Stan Rijven 29 oktober 2011 in Trouw

Vorige week ontving componist/ bandoneon-speler Carel Kraayenhof de Gouden Eeuw Award voor zijn hele oeuvre. Komende weken begeleidt hij met zijn sextet het Nationale Ballet bij Van Manen’s ‘Vijf tangos’ en toert hij met zijn nieuwste produktie ‘Puur’ door het land. Daarmee vooruitlopend op 2012 wanneer het honderd jaar geleden is dat in Nederland het eerste tango concert plaatsvond. Dan is het ook 25 jaar geleden dat Kraayenhof zijn leermeester Astor Piazzolla ontmoette en 10 jaar dat diens ‘Adios Nonino’ tijdens ‘het huwelijk’ voor een keerpunt zorgde.

Carel Kraayenhof is wellicht ’s werelds grootste bandoneon-speler. Zijn carrière valt samen met de typering van de Argentijnse tango-componist Enrique Discépolo. Hij vergeleek de bandoneon- wegens de golvende, ribbelige balg- met een rups die er van droomt om vlinder te worden. Kraayenhof (1958) ontpopte zich van een Astor Piazzolla-fan tot diens gerespecteerde erflater. Net als zijn Argentijnse leermeester, die met zo’n 300 composities de bandoneon tot een volwaardig concertinstrument emancipeerde, is Kraayenhof een vernieuwer. Naast de tango nuevo sloeg hij zijn vleugels uit naar klassiek, pop en filmmuziek. Ondermeer soleerde hij wereldwijd onder de Estlandse dirigent Kritsjan Järvi, speelde mee op platen van Marco Borsato en werkte samen met Ennio Morricone. En sinds Kraayenhof’s optreden tijdens het huwelijk van Maxima en Willem Alexander staat de afkorting BN ook voor BandoNeon.

We ontmoeten elkaar in de catacomben van de Amsterdamse Stopera waar het Nationale Ballet met de voorstelling ‘Goud’ zijn 50e verjaardag viert. Hoogtepunt daarin vormen de Vijf Tangos van Hans van Manen.
Kraayenhof: “Zijn tango-choreografie was in 1977 een historische gebeurtenis, zowel voor de dans- als voor de muziekgeschiedenis. Van Manen maakte hiermee het oeuvre van Piazzolla bekend in volslagen nieuwe kringen. Dat leidde in 1983 tot zijn Nederlandse debuut in Vredenburg. De directie gunde Piazzolla aanvankelijk de kleine zaal, maar zelfs twee uitverkochte grote zalen bleken niet genoeg. Daar begon de tango-revival van de jaren tachtig”.

Voor Kraayenhof symboliseert die tijd een uiterst vruchtbare periode. Hij verruilde filosofiestudie en trekharmonica voor de bandoneon, welke hij via een Argentijnse banneling bemachtigde. “Hij nam ook elpees voor me mee uit Argentinië, van Pugliese en Piazzolla. Hun grammofoonplaten speelde ik na, zij waren mijn eerste leermeesters. Daarna ging ik in Parijs studeren bij Mossalini die me alles bijbracht over houding en techniek”.

Terwijl de popwereld zich in diezelfde jaren tachtig oriënteerde op hiphop en house, ontdekten andere muziekliefhebbers de tango. Kraayenhof: “Dankzij Van Manen kwam er interesse voor de tango nuevo. Daardoor traden steeds meer tango orkesten hier op zoals het vermaarde Sexteto Major in Paradiso. Gelijkertijd ontstonden er allerlei tango dansscholen en -festivals. Vergeet niet, veel Nederlanders reisden naar Buenos Aires om daar de geheimen te ontfutselen. Zodoende ontstond er hier een bloeiende tango cultuur die overigens samenviel met de herontdekking van de flamenco en salsa”.

Hoe onstond je contact met Piazzolla? “April 1987 belde zijn manager: of ik naar Amsterdam wilde komen, Piazzolla wilde mijn instrument lenen, het zijne was kapot. Hij vond het zo bijzonder dat een Nederlander bandoneon speelde. ‘Speel eens wat voor me’ zei hij. Hij greep mijn hand en zei: ‘Jij bent in Buenos Aires geweest, hè jongen. Ik ga je uitnodigen’. Een half jaar later belde Piazzolla uit New York: ‘Ik heb drie maanden werk voor je. Acht voorstellingen per week op Broadway!”.

En met Van Manen? “Tot mijn verbazing werd Vijf Tangos gedanst op een krassig oude vinylplaat. Aangezien alle andere balletten live werden begeleid door Holland Symfonia, stelde ik Van Manen voor dat ook te doen met Piazzolla’s tangos. ‘Laat maar eens zien wat je kan’ was zijn reactie. We hebben het ballet begeleid, maar Hans was uitsluitend bezig met de dansers. Toch zei hij daarna: ‘ Je kunt meteen beginnen’.

Naast de begeleiding van het Nationaal Ballet toert Kraayenhof dit najaar met zijn nieuwe productie ‘Puur’. Waarom die naam? “Om twee redenen. De titel verwijst naar een geheel akoustisch optreden, een septet met vier strijkers.
Gelijktertijd is het een kwinkslag naar de politiek, naar de culturele situatie van nu waarin zo weinig plaats wordt gemaakt voor het echte musiceren. Dit is ook het jaar waarin prinses Maxima via het Oranje Fonds heeft aangekondigd om kinderen in contact te brengen met muziek”.
Of hij al is gevraagd voor 2-2-12? Kraayenhof: “Nee nog niet. Mij gebeurt het dat ik door dat huwelijk nationale bekendheid kreeg. Het gevolg is dat mensen je opeens commercieel vinden, of arrogant. Je hebt immers je hoofd boven het maaiveld uitgestoken. Ik kies zorgvuldig uit hoe en wanneer ik ‘Adios Nonino’ uitvoer. Als mensen het heel graag willen horen, spelen we het. Maar er zijn ook gelegenheden dat we denken ‘nu even niet’. Meestal krijgen we als commentaar: waarom hebben we ‘Adios nonino’ niet gehoord?”.

Info: www.carelkraayenhof.nl 

 


Goud- Nationaal Ballet

 vr 30/9

 za 1/10 en  zo 2/10 Amsterdam 

7/10 Den Haag

 Puur- Kraayenhof Tango Ensemble

  9/10 Breda, 

 13/10 Hulst, 

 15/10 Sittard, uitv, 

 24/10 Wageningen, 

 daarna t/m jan 2012 door hele land

 selectieve discografie
 Street Tango (2003), Guardians of the clouds (2006, met  Morricone), Memorias de Cuba (2008), Compassion (2010)